Wall drawing 801 en het gesprek met de kunst
- Details
- Gepubliceerd: zondag 17 november 2013 11:34
Drie keer in het jaar hebben wij -mijn partner Jaap en ik- samen een vrij weekend. Het doel mag duidelijk zijn: opladen, zodat we ons weer blakend van energie en enthousiasme kunnen storten op het alledaagse -ook zeer boeiende en verrijkende- werk in ons Gezinshuis 3x3. Natuurlijk is het niet de vraag óf we in die dagen een museum zullen bezoeken. De vraag is eenvoudigweg wélk museum het dit keer wordt.
Bonnefantemuseum
Zo was laatst het Bonnefantemuseum in Maastricht aan de beurt. Ik had begrepen dat daar werk te zien was van één van mijn favorieten: Peter Doig. En jawel, ik trof er inderdaad een tiental etsen van zijn hand. Wat prachtig was, temeer omdat ik me tot die tijd niet bewust was dat hij zijn Wondere Wereld ook verbeeldt met behulp van grafische technieken.
Wellicht dat ik in een volgende blog nog eens iets kan vertellen over deze Peter Doig. Dit keer wil ik mijn blog wijden aan iets anders. Misschien zijn sommigen van jullie bekend met het Bonnefantemuseum? Een stijlvol gebouw ontworpen door de Italiaanse architect Aldo Rossi. Het meest opvallend is natuurlijk de met zink beklede koepeltoren, de befaamde cupola, in de volksmond de ‘rakettoren’ genoemd. Uiteraard was ik bijzonder benieuwd naar het topwerk dat ik zou aantreffen in die interessante toren!
Mooi of lelijk?
Tja, wat ik in de toren aantrof dus...
Ter inleiding eerst even dit. Vanzelfsprekend ontmoet ik soms mensen die bepaalde kunst niet mooi vinden. Ze vinden de kunst uit een bepaalde periode niet mooi, de kunst van een bepaalde kunstenaar niet mooi of (ja ongelofelijk, zelfs dit gebeurt ;-) ze vinden specifiek mijn schilderijen niet mooi. Eerlijk gezegd is dat voor mij geen probleem meer. Het kan zelfs de start zijn van een misschien wel uiterst interessant en onderhoudend gesprek. Zoals je op iedere academie leert: “Uitspreken of je een kunstwerk mooi of lelijk vindt is nauwelijks interessant.” Het is slechts de eerste stap richting het kunstwerk. Daarna volgt het ‘echte werk’: wat zie ik, wat voel ik, wat heeft de kunstenaar gedaan, waarom deed hij dat zo, wat 'deed' dit werk in zijn tijd, waar raakt het míj, welk verhaal geeft dit werk mij mee, etc? Op deze vragen kunnen mensen die een werk niet mooi vinden ook antwoord geven. Misschien is de volgende toelichting te vereenvoudigend, maar dan toch in ieder geval verhelderend: kunst leert ons dingen over het Leven op een geheel eigen wijze, en het Leven zelf biedt zich ook niet slechts aan via de weg van de Schoonheid.
De kleren van de keizer
Tot mijn spijt echter ontdekte ik dat ik bij het bezoeken van de toren in het Bonnefantemuseum in eerste instantie werd overvallen door een ernstig ‘kleren van de keizer-gevoel’. Wat ik zag was een aantrekkelijke hoge zwarte octogonale (dus achthoekige) ruimte. Eén witte lijn vond draaiend langs de wanden zijn weg van onder naar boven (tenminste dat vond ík, wit wil van beneden naar boven, niet andersom) en verdween in het dakraam. Dit verliep zeer geordend, met een -op zich indrukwekkende- wiskundige precisie. Op de vloer, in het midden van de ruimte bevonden zich vijf, onderling verbonden, wit geschilderde, houten, kubistische vormen, met een maximum hoogte van ca. 2,5 meter: een kadootje van de kunstenaar aan het museum.
Sol Lewitt, de maker van dit kunstwerk, is bekend om zijn ‘wall drawings’ die hij via exact geformuleerde opdrachten laat uitvoeren door zijn assistenten. Dit kunstwerk noemde hij "Wall drawing #801: Spiral". Het concept, het Idee is dan ook het belangrijkste aspect van zijn kunst. De uitvoering, het uiteindelijke werkstuk is van secundair belang. Allemaal zaken waar ik –als professioneel beeldend kunstenaar- goed mee kan leven. Ik –als professioneel beeldend kunstenaar- weet heus wel dat de vraag of een werk mooi is nauwelijks interessant is, maar dat het ‘echte werk’ zich daarachter bevindt. In dit geval vond ik het werk eigenlijk zelfs mooi, als in ‘esthetisch gezien aantrekkelijk’.
Maar, en dat is het verwarrende: ik liep hier gewoon het hele Idee mís. Ondanks de breed uitgemeten begeleidende tekst die te vinden was op het witte titelkaartje aan de wand. Eerlijk gezegd schoot zelfs de gedachte door m'n hoofd dat de kunstenaar –uitgenodigd als hij was om speciaal voor deze plek een kunstwerk te creëren- helemaal geen persoonlijke betrokkenheid had bij het project, maar ondanks dát de opdracht natuurlijk niet afsloeg. Centen zijn centen, ook voor de Idee-alistische Kunstenaar. Ik bedacht mij ook dat in zo’n geval de inhoudelijke verantwoording van het werk (het Idee) nog wel eens topzwaar verdedigd kan worden, vol van intellectueel klinkende, raadselachtige en onnavolgbare uitspraken. Precies hoe ik het witte titelkaartje dan ook beleefde.
Op zulke momenten verschijnt het dus: het ‘kleren van de keizer-gevoel’! (en als je niet weet waar dat sprookje over gaat, wordt het hoog tijd eens langs je ouders te gaan om een onmisbaar deel van je jeugd alsnog op te eisen).
Moois
Maar wat gebeurde er voor moois? Want dit is wat ik via mijn ellenlange inleiding uiteindelijk aan jullie wil vertellen.
In plaats van teleurgesteld af te druipen, riep dit ‘kleren van de keizer-gevoel’ een zekere flauwige humor in mij op. Ik drentelde wat rond in de koepel, zoekend naar aanknopingspunten en giebelend over de Geest van Abstractie die zo heerszuchtig de hand had in dit project. Drentelen werd ronddraaien en plotseling bemerkte ik dat de witte streep in mijn wijd uitwaaierende zwarte jurk (die ik die dag toevallig droeg) een relatie aan ging met Lewitt’s witte wandstreep. En dat ook mijn jurk uit acht banen bestond, ik had een octogonale jurk aan! En dat ik, door nu even niet mijn hoofd te gebruiken bij het vatten van het Idee, maar door mijn lijf het kunstwerk te laten ‘ondergaan’, het IDEE begon te vatten. Het was het zwart-witte-opstijgende-octogonale-concentrische-er-moet-op-deze-wereld-toch-een-orde-bestaan-Idee!
Ik hoor het jullie denken, en eerlijk is eerlijk, jullie hebben een punt: wanneer maak je nou zo’n ‘kledingstuk met bijpassend kunstwerk-verhaal’ mee?
Maar toch…..
Blijkbaar gaat het bij kunst toch iedere keer weer om iets dat ook voor kunstenaars zelf niet altijd even laagdrempelig is: het aangaan van het interessante en onderhoudende gesprek. Het tijdelijk overgeven van jezelf met ziel én lichaam. Overgeven aan het Idee, of aan de Vorm, of aan dat wat jou weet te raken en wat jou weer een stukje doorleefder en rijker maakt.
Als je dus ooit richting Maastricht afreist, raad ik je aan een bezoekje te brengen aan het Bonnefantemuseum. En dan zeker niet de Soll Lewitt-zaal te vergeten. En heb je soms wat moeite met het ‘pakken van het Idee’ binnen de kunst? Dan leen je toch gewoon mijn jurk!
Meer achtergrondinfo over Sol Lewitt? Dan is dit een interessante uitzending:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1341491