De gewenste onveiligheid van het nieuwe

Ik heb een boek gelezen, “Het laatste avondmaal” van Rachel Cusk. Het is niet het boek in z’n geheel waardoor ik er nu een blog over wil schrijven, het gaat me om enkele rake uitspraken van haar die gerelateerd zijn aan aspecten van mijn werk. Verwacht dus geen grondig uiteengezette blauwdrukvan me. Ik gun mezelf eenvoudigweg de luxe om de bloempjes waar ik gebruik van wil maken uit haar tuintje te plukken en ze voor jullie tot een mooi boeketje te vormen.

Het onbekende

Ik houd van taal, de krachtige mogelijkheden die het heeft en de spannende overlap die het –op zijn geheel eigen wijze- soms maakt met andere kunstdisciplines.
Rachel Cusk geeft in het begin van haar boek weer wat haar motiveert om huis en haard te verlaten en met haar twee kinderen en man vier maanden de gewenste onveiligheid van het nieuwe op te zoeken. Zo schrijft zij: “Ik had (….) een grote angst, en wel de angst om iets volkomen te kennen. Voor zoeken was ik niet zo bang, maar het vinden, weten en volledig kennen, daar was ik huiverig voor.”
Is dit niet DE eigenschap die de kunstenaar motiveert tot het scheppen en herscheppen van de wereld? Het zoeken is geweldig, maar zou ultiem Vinden niet vreselijk zijn? Alles in kaart gebracht en op orde, geen geheimzinnige terreinen over waar nog onbekend leven zich kan herbergen. De dood in de pot! Toch? Ik herken de overweging in ieder geval als zodanig en ik denk zelfs dat deze gedachte als thema al meerdere keren aan de grondslag van mijn werk heeft gelegen.

gewenste onveiligheidWaterland

Ik denk bijvoorbeeld aan ‘Waterland’, met als subtitel ‘ontwaak in een minder beperkte gedachte’ (zie hiernaast). Heel diep ga ik nu niet in op dit werk, maar de zoektocht en de onveiligheid erin moge duidelijk zijn. Ik krijg dan ook steevast van een bepaald deel van de beschouwers vragen als: wat gebeurt daar onder water, wat wil dat kind, waar moet ik aan denken bij dit werk? Ze vinden het te raadselachtig en durven zelf niet te beginnen aan de betekenisvolle reis die hen het werk binnen wil leiden. Terwijl het niet-weten dat dit werk oproept nou juist zo’n uitgelezen kans biedt! Zoals ook Cusk ons een paar regels verder vertelt: “Maar het onbekende met zijn afstand en onbeschreven mysterie lijkt voor mij een soort hoop te bieden, een vreemde kracht die alles mogelijk maakt.”


Met welke prachtzinnetjes Cusk mij verder nog verleidde en verblijdde? Hier komen ze:
“Volgens mij is de glorie van de kunst de glorie van het overleven, want overleven is een onmenselijke eigenschap. Het is een kenmerk van bergen…” Prachtig toch!
Ze sprak over: “de wetteloosheid van dromen…“ en “zoals de slaap ons bevrijdt van onze verlangens….” Uitspraken die me deden denken aan mijn studie Melancholia:

blog melancholia

En de laatste mooie quote, waarin ik zoveel herken vanuit m'n werk: “Het verlangen, dát is groot, groots en verraderlijk – het verlangen, niet het leven... “

Ik eindig deze blog met een tekst waar Cusk haar boek ook zo’n beetje mee afsluit:
“(Kunst)… we verwachten niet dat ze ingrijpt, beslissingen neemt, oorlog verklaart of vrede sluit, een eind maakt aan armoede of hebzucht, of lijden verlicht. We verlangen alleen schoonheid en waarachtigheid van haar. We roepen haar hulp in om onze beleving van de wereld naar een hoger niveau te tillen…..”
En ze heeft gelijk, denkend vanuit een mondiale context moet je misschien niet te veel van kunst verwachten. Maar is het stiekem niet zo dat door het inroepen van de hulp van kunst het nou juist wèl kan gebeuren dat er ìn de innerlijke mens “vrede wordt gesloten, een eind wordt gemaakt aan armoede en lijden wordt verlicht”?

In ieder geval ben ik Rachel Cusk dankbaar voor de bloempjes die ik mocht plukken in haar tuin...